Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 2.2.2 Berekeningswijze
1
De in artikel 2.2.1 bedoelde berekeningswijze bevat voor elke instelling en elke opleiding gelijkelijk geldende maatstaven.
2
De maatstaven voorzien in bekostiging aan de hand van:
a
de instroom van deelnemers, en
b
het aantal deelnemers en examendeelnemers dat een diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 heeft behaald.
3
Voor voorbereidende en ondersteunende activiteiten als bedoeld in artikel 7.2.2, vierde lid, voor zover betrekking hebbend op beroepsopleidingen als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder a en b, wordt een afzonderlijk bedrag berekend, aan de hand van de instroom van deelnemers.
4
Voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a, geldt inschrijving van een deelnemer voor twee of meer voltijdse dan wel twee of meer deeltijdse beroepsopleidingen in enig studiejaar als inschrijving voor één voltijdse respectievelijk één deeltijdse beroepsopleiding. Inschrijving van een deelnemer voor zowel voltijdse als deeltijdse beroepsopleidingen in enig studiejaar geldt voor de toepassing van die maatstaf als inschrijving voor een voltijdse opleiding.
5
Voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder b, geldt dat een deelnemer of examendeelnemer in enig jaar slechts eenmaal wordt meegeteld bij het bepalen van het aantal deelnemers onderscheidenlijk examendeelnemers die een diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 hebben behaald.
6
Bij de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a, blijven buiten beschouwing deelnemers aan een deeltijdse opleiding waarvoor het bevoegd gezag een in instellingstijd verzorgd onderwijsprogramma, met inbegrip van de beroepspraktijkvorming, heeft ingericht dat minder dan 300 uren per volledig studiejaar omvat.
7
In de maatstaven, bedoeld in het tweede lid, kan onderscheid worden gemaakt naar groepen van deelnemers en naar opleidingen.
8
Deelnemers die niet zijn opgenomen in de basisadministratie persoonsgegevens, bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegegevens, tellen alleen mee, indien:
a
zij onderwijs, daaronder begrepen de beroepspraktijkvorming, in Nederland volgen, en
b
zij in Nederland, België of een van de bondsstaten Noord-Rijnland-Westfalen, Nedersaksen en Bremen van de Bondsrepubliek Duitsland wonen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.